Daguerreotypie van Samuel Root, 363 Broadway, N.Y., ca. 1853.

 

Root, Samuel

Van het vroege leven van Samuel Root, broer van Marcus Aurelius Root (1808-1888) is niets bekend. Samuel verscheen voor het eerst als een daguerreotypist in New York City, N.Y., van 1849 tot 1857. In 1849 opende Marcus Root in New York City een daguerreotypie atelier op de hoek van Franklin Street en Broadway, en gaf Samuel de leiding van de onderneming.

In 1850 maakte één van de gebroeders Root, waarschijnlijk Samuel , in New York City een daguerreotypie van Jenny Lind (1820-1887), een Zweedse coloratuursopraan die als één van de grootste van haar tijd werd beschouwd. Van 1851 tot 1853 waren Marcus en Samuel Root geregistreerd als daguerreotypisten op 363 Broadway, New York City. Zij waren zowel in de registers van 1851-1852 als in die van 1852-1853 vermeld. In 1851 hielden de gebroeders Root een tentoonstelling aan het “American Institute, Castle Garden” in New York. Zij stelden 8 dubbele daguerreotypieplaten, 14 hele platen, 12 twee-derde platen, 14 halve platen en 2 een-vierde platen. Ook 9 halve platen genomen met het “Crayon process” werden tentoongesteld. Op 31 december 1851 verkocht Marcus Root zijn aandeel in de onderneming. Onder de benaming “Root & Co.” zette Samuel Root in samenwerking met J.W. Thompson de daguerreotypiegalerie verder.

In 1852-1853 was de firma “Root & Co.” geregistreerd als daguerreotypiegalerie op 363 Broadway, New York City. De firma zou ook G.S. Cook van Charleston, S.C. Van 1853 tot 1857, was Samuel Root geregistreerd als een daguerreotypist op 363 Broadway, New York City. Hij woonde op hetzelfde adres. In 1855 nam Samuel Root zijn schoonbroer Robert Henry Furman in dienst. In 1900 werd in een bepaalde bron vermeld dat Samuel Root in 1855 zijn onderneming had verkocht aan een zekere Thomas Faris. Robert H. Furman bleef er in dienst tot 1857. In 1859 maakte Samuel Root & Co. reclame op 363 Broadway, New York City; Thomas Faris was op dit moment zaakvoerder.

In 1856 verhuisde Samuel Root naar Dubuque, Iowa, waar hij geregistreerd bleef tot 1882. Van 1858 tot 1859 was hij ingeschreven als daguerreotypist in 166 Main Street en woonde hij in Bluff Street. Samuel Root stierf in maart 1889 aan de gevolgen van een beroerte in het huis van zijn zuster in Rochester, N.Y.

Geïdentificeerde daguerreotypieën zijn getekend op de koperen plaat als:

S.ROOT

363BROADWAY-N.Y

 

Root, Marcus Aurelius

(1808-1888) Geboren nabij Granville, Ohio, Marcus Aurelius leerde in 1843 het daguerreotypieproces van Robert Cornelius in Philadelphia. Marcus Root was geregistreerd in de academie voor literatuur in Philadelphia op de hoek van Eighth Street en Mulberry Street.

In 1844 werd Marcus Root niet vermeld in de registers van Philadelphia maar wel als een daguerreotypist in Mobile, Ala., waar hij John A; Bennett uitkocht op 59 Royal Street. In hetzelfde jaar werd hij opgemerkt als daguerreotypist in St. Louis, Mo. op de hoek van 4th en Chestnut Street, met als partner S.P.Miller.

In 1845-1846 werd Marcus Root vermeld als daguerreotypist in een partnership als Root en Collins (D.C.) op 140 Chestnut Street, Philadelphia, Pa. In 1846 werd hij nu alleen vermeld als leraar literatuur en fotograaf op hetzelfde adres. Hij woonde in Eighth Street. Van 1848 tot 1856 werd hij vermeld op hetzelfde adres als fotograaf. In 1849 opende Marcus Root een tweede galerie op de hoek van Franklin Street en Broadway, New York City. Zijn broer Samuel kreeg hiervan de leiding.

Van 1851 tot 1853 waren Marcus Aurelius en Samuel Root geregistreerd als daguerreotypisten op 363 Broadway, New York City. In december 1851 verkocht hij zijn aandeel aan zijn broer Samuel. In 1853 werd Marcus terug vermeld in de registers van Philadelphia als daguerreotypist op 140 Chestnut Street. In 1853 opende Marcus Root nieuwe galerieën in Washington, DC. Hij gaf John Clark de leiding van deze galerieën. John Clark verhuisde later naar New Orleans.

Eén bron vermeldt dat Marcus Root in maart 1854 daguerreotypiegalerieën opende op de hoek van Broadway en Houston Street in New York City. Een andere bron plaatst dit gebeuren in 1856, samen met de verkoop van de galerie in Philadelphia. Rond deze tijd was Marcus Root betrokken bij een treinongeval wat hem blijvend gehandicapt maakte. De volgende vier jaren verliet hij zijn huis niet meer.

Er zijn verschillende vermeldingen in 1856 betreffende de gebroeders Root. Er is een vermelding van een daguerreotypiegalerie in Washington, D.C.; over welke van de twee broers het hier gaat is niet duidelijk. Ter aanvulling bleef Marcus Root vermeld in de registers van Philadelphia als “M.A. Root & Co., Heliographic Portrait Gallery” op 140 Chestnut Street. Ook in 1856 ontwikkelde Marcus Root in samenwerking met Giles Langdell een beproefde methode voor het inkleuren van foto’s, daguerreotypieën, enz.

In 1857 werd Marcus Root niet meer vermeld in de registers van Philadelphia en George S. Cook adverteerde de “Root Gallery” op de hoek van de Fifth Street en Chestnut Street. In 1858 werd van de Root Gallery geen melding gemaakt, maar in 1859 adverteerde Cook opnieuw in 822 Chestnut Street.

In 1861 werd vermeld dat Marcus Root een nieuwe galerie uitbaatte in New York City, na de herstelperiode van zijn treinongeval. Marcus Aurelius Root stierf in 1888.

Marcus Root tekende zijn daguerreotypieën op het fluweel met: “ Root/140 Chestnut St/Philada.”

Bronvermelding: The American Daguerreian Society

evh140902.

 

Terug